Foto's: Help mijn foto’s krijgen blokjes…
Sla je foto’s op in het originele formaat
29 februari 2016
Je hebt een mooie foto gemaakt met je mobiele telefoon, die je wilt gebruiken voor je website of een brochure. Later blijkt de kwaliteit belabberd. Er verschijnen blokjes…. Hoe komt dat en wat kun je eraan doen?
Een digitaal beeld bestaat uit pixels,. Dit zijn allemaal kleine gekleurde blokjes, die samen de afbeelding vormen. Hoe meer blokjes per vierkante centimeter, hoe hoger de kwaliteit… maar ook hoe zwaarder het bestand. En zware bestanden leiden tot tragere downloadtijd.
De meeste telefoons zijn in staat foto’s te maken van hoge kwaliteit. Om deze foto’s later goed te kunnen gebruiken, is het het best deze in het originele formaat op te slaan. Bijvoorbeeld door je telefoon te koppelen aan je computer of je bestanden direct op te slaan in ‘the cloud’. Het is niet aan te raden je bestanden naar jezelf toe te sturen per email. De meeste emailprogramma’s verkleinen het aantal pixels (comprimeren) om de beeldoverdracht te versnellen. Dat is handig als je even snel een kiekje wilt delen met bekenden, maar geen aanrader als je de foto later wilt gebruiken in drukwerk of een detail ervan wilt uitsnijden en wilt vergroten. Hoeveel pixels je nodig hebt hangt af van waar je de foto voor wilt gebruiken. Voor web heb je een minder grote pixeldichtheid nodig dan voor drukwerk of printen.
Pixels voor web
Voor web is de norm 72 pixels (lichtpuntjes) per inch (72ppi). Maar dat betekent niet dat wat je op het beeldscherm ziet op alle schermen even groot is. Steeds meer mensen beschikken over beeldschermen met een hoge resolutie. Dus met steeds meet pixels per inch. Hierdoor komt het dat een foto die groot is op een oud scherm met weinig pixels er op een luxer beeldscherm uit kan zien als een postzegel. De meest voorkomende beeldschermen (op dit moment) hebben een breedte van 1024 pixels en hoogte van 768 pixels. Maar bijvoorbeeld de retinabeeldschermen van de Ipad air hebben anno 2016 al een breedte van 2048 x 1536 pixels. Dit betekent dat als je wilt dat je foto de helft van de breedte op een gewone computer inneemt, je met ongeveer 512 pixels breed goed zit (1024 gedeeld door 2). Deze zelfde foto zal echter op een Ipad een kwart van de breedte van het beeldscherm innemen (512 gedeeld door 2048). Websites worden meestal gemaakt met een breedte van circa 1000 tot 1300 pixels. Bij responsive websites schalen de beelden gelukkig mee met de breedte van het scherm. Hiermee wordt het probleem van de breedte die een foto inneemt op de website grotendeels opgelost. Maar bij heel ver inzoomen (oprekken) kunnen bij schermen met een zeer grote pixeldichtheid alsnog blokjes zichtbaar worden.
Pixels voor drukwerk
Pixels voor druk- en printwerk worden ‘dots’ (inktvlekjes) genoemd. Maar het komt op hetzelfde neer als pixels. Voor drukwerk van een goede kwaliteit is de ouputnorm 300 dots per inch (300dpi). Hoe bereken je nu hoe groot het formaat van je foto minimaal moet zijn in pixels voor een goede kwaliteit?
Een rekenvoorbeeld:
Stel je wilt dat de foto op 10 x 15 centimeter wordt afgedrukt.
Eerst reken je de centimeters om naar inches. 1 inch is 2,54 centimeter. Dat betekent dat dat je foto (bijna) 4 x 6 inch moet zijn. Met een kwaliteit van 300dpi, moet je foto dus 1200 x 1800 pixels hebben (4 keer 300 en 6 x 300).
Neem je een foto die kleiner is en rek je deze op naar 10 tot 15 centimeter, dan is de kans groot dat je blokjes zult zien.
Andersom geldt de rekensom natuurlijk ook. Stel je ziet een foto op het internet die 600 pixels breed is en je wilt deze afdrukken in een folder. Dan wordt deze met de juiste kwaliteit van 300dpi in je folder 5,04 centimeter breed (600 pixels: 300dpi = 2 inch, 2 inch = 5,04 centimeter). Dezelfde foto lijkt op het internet echter veel breder. Namelijk 21 centimeter! (600 pixels : 72 pixels per inch = 8,3 inch. 8,3 inch = 21,2 centimeter)
Bovenstaande lijkt misschien allemaal erg ingewikkeld. Onthoud daarom vooral dat je de foto’s opslaat in de hoogst mogelijke kwaliteit. Dan kun je er later veel meer mee doen.