Tekstschrijven: Taalfouten en dt fouten bij woorden als
beloven, bepalen, gebeuren, vertellen, verhuizen, vergissen, vermijden en lijden …
6 juni 2017
Is het nu ‘gebeurd’ of ‘gebeurt’? ‘Verhuisd’ of ‘verhuist’? ‘Belooft’ of ‘beloofd’ het een mooi nieuw jaar te worden? Tja. Het gaat vaak fout. Soms per abuis en soms omdat het ingewikkelder lijkt dan het is. Het klinkt immers allemaal hetzelfde. En omdat meestal beide versies bestaan, glippen ze door de spellingscontrole heen.
Hoe het wel moet? Lees hier de ezelsbruggetjes en voorkom d, t en dt fouten.
Allereerst bepaal je of je het woord in tegenwoordige tijd (ik loop) wilt gebruiken of als voltooid deelwoord (ik heb gelopen)
Tegenwoordige tijd (hij loopt, ik loop)
Ezelsbrug: vervang het werkwoord gewoon door een ‘makkelijk’ werkwoord zoals ‘lopen’. Het/hij loopt wordt dus het gebeurt, hij verhuist …
Ik loop leidt tot ik beloof, bepaal, vertel, verhuis
Deze tip werkt ook bij andere lastige woorden waarbij vaak dt fouten worden gemaakt. Het is dus ‘Ik vermijd/lijd’, ‘Hij/Jij vermijdt/lijdt’ en (let op !!!) ‘Vermijd jij (of Lijd jij onder) taalfouten?’
Voltooide tijd (hij heeft gelopen, ik heb gelopen)
Stel eerst het volledige werkwoord vast en haal de –en er af.
Dus:
- Gebeuren: gebeur
- Vertellen: vertel
Staat de laatste letter niet in ’t fokschaap (of ’t kofschip) dan gebruik je een d.
Daarom is het hij heeft verteld, het is gebeurd, we zijn verhuisd en hebben bepaald...
Maar let op: een vergissing zit in een klein hoekje.
‘Vergissen’ wordt ‘vergis’ zonder –en. De ‘s’ staat wel in ’t fokschaap. Daarom vergis je je als je schrijft dat je je hebt ‘vergisd’.